BIJNA KWIJLEND KIJK IK NAAR DE DOLLARS … (Chris, English version printed below)

18 juni 2019 - Tasjkent, Oezbekistan

Sorry, ik kan er niks aan doen, maar ik moet het nog één keer over China hebben. Na deze blog is het klaar. Vanuit ons westerse perspectief, waarin vrijheid, autonomie en privacybescherming centraal staan, is de Chinese samenleving een verschrikking. Wie mij wat beter kent weet dat ik allergisch ben voor autoriteit, met name wanneer de bovenliggende partij meent gezag te ontlenen aan zijn of haar functie in plaats van aan rationele argumenten: de parkeerwacht die zegt dat er geen plaats is terwijl je achter hem een plekje ziet, de ambtenaar die een vergunning weigert vanwege het ontbreken van een handtekening, een agent die je bekeurt omdat je op het trottoir voor je huis je auto staat uit te laden. Ik heb er haat aan.
Big brother ...
In Beijing zijn Faya en ik de eerste dag op ontdekkingstocht om uit te vinden hoe de metro werkt en waar we boodschappen kunnen doen. De metro blijkt betrekkelijk eenvoudig. Als je door de security-check heen bent ligt de hele stad binnen een uur reizen aan je voeten. Net als veel van de 22 miljoen Chinezen die in de hoofdstad wonen, vinden we moeiteloos onze weg. Als we later met het hele gezin de Verboden Stad willen bezoeken, het voormalig paleis van de Chinese keizers, stappen we uit bij station Tiananmen East. Daar aangekomen worden we via hekken in de richting van de veiligheidscontrole geleid. ‘Passport!’, wordt er geblaft. Die hebben we natuurlijk niet bij ons voor een museumbezoek. Rechtsomkeert dus. Onze poging om een stukje om te lopen strandt bij het metrostation. De route wordt namelijk dwingend voorgeschreven. Even overweeg ik over het hek te klimmen, maar smekende kinderstemmen (en de overal aanwezige wachters in uniform) weerhouden me daarvan. Terug het metrostation in besluiten we het Plein van de Hemelse Vrede te bezoeken, bekend van de studentenrellen en de ‘tankman’ in 1989. Ook daar worden we als vee voortgestuwd richting … wederom een paspoortcontrole. Geen Verboden Stad en geen Plein van de Hemelse Vrede voor ons die eerste dag.

Inmiddels komt de stoom uit mijn oren, iets wat de twee weken daarna niet meer echt over gaat. Overal zijn securitychecks, in hotels, winkels, stations en op straat. Je moet talloze keren je paspoort laten zien, overal staan mensen met een uniform die bepalen wat jij wel of niet op welk moment mag doen: aan het begin van de roltrap, in de rij op het station, op straat, bij musea, in de trein en op de parkeerplaats. Als iemand je iets vraagt gaat dat vaak in de vorm van een bevel, ook als het de medewerkster is van de receptie van het hotel waar we te gast zijn.

In het uiterste westen van China, de stad Ürümqi, pleeg ik mijn eigen kleine daad van verzet. Als we de trein uitkomen worden we op het station, dat dezelfde proporties kent als de vertrekhal op Schiphol, uit de duizenden reizigers geplukt. Of we even willen betalen voor het overgewicht van onze tassen. Niemand heeft ons vooraf iets verteld over een maximum gewicht, niemand heeft iets gewogen. En als er verwezen wordt naar de achterkant van ons treinkaartje, dan zie ik driehonderd chinese karakters met ergens in het midden het getal 20. Ik weiger pertinent. Net op het punt dat ik overstag dreig te gaan verschijnt kameraad chef, de enige die Engels spreekt van de 10 geüniformeerde mensen die zich met het voorval bemoeien. Hij pakt de inmiddels op schrift gestelde boete terug, en waarschuwt ons voor de volgende reis: 20 kilo max! Zonder betalen mogen we weg.

In Ürümqi lijkt de noodtoestand afgekondigd: overal politie, overal controles. Bij vertrek worden onze tassen twee keer gescand en onze paspoorten drie keer gecontroleerd. ’s Middags probeer ik nog Kazachstaans geld te wisselen bij de bank. Eerst zitten Faya en ik 20 minuten bij de lokale Boerenleenbank, waarna we onverrichterzake worden doorverwezen naar de Bank of China. Ook daar zitten we 20 minuten voordat iemand ons vertelt dat we alleen dollars kunnen krijgen. Prima, doen we dat. De medewerker achter de balie neemt mijn stapel Chinese Yens aan, maar blijkt vooral interesse te hebben in mijn paspoort. Na 20 minuten bladeren en drie keer de hulp te hebben ingeroepen van een collega, vraagt een Engels sprekende collega welke nationaliteit we hebben. Na weer 10 minuten bladeren vraagt dezelfde collega wat mijn voornaam is. Ik mag mijn volledige naam vervolgens onder 5 formulieren zetten. Ondertussen vraag ik me af wat hij op zijn scherm ziet. Weten ze dat we in Beijing zijn gestart en ons via Xi’an, Xiahe en Dunhuang richting zijn bankfiliaal hebben begeven? Kijkt hij naar de andere stempels in mijn paspoort? Nog weer 10 minuten later wordt gevraagd waar ik geboren ben. Als ik Delft antwoord, wordt me gevraagd op welk adres (!). Als ik dat niet weet, vraagt hij welk gebouw, of welke unit. Van verbazing stamel ik: ‘in het ziekenhuis’. Even denk ik dat ik in de Chinese versie van Bananasplit zit, maar een Aziatische versie van Ralph Inbar blijft vooralsnog buiten beeld. Mijn antwoord lijdt tot wederom drie te ondertekenen formulieren, die allemaal op een stapel op de door glas afgeschermde balie belanden. Faya doet ondertussen spelletjes op haar telefoon en waarschuwt mij dat haar batterij zorgwekkend leeg raakt.

Goed nieuws is dat de gewenste 200 dollar, weliswaar achter glas, inmiddels in het zicht liggen. De manager heeft met haar vingerafdruk inmiddels 5 keer op verschillende onderdelen van het proces haar akkoord gegeven. Als ik me 20 minuten later vertwijfeld afvraag of het wellicht toch beter is om zonder dollars te vertrekken, komt er een nieuw formulier door het gat in de balie. Waar we heen gaan, en wanneer? M.a.w., waarom moet ik dollars hebben. Als ik wederom mijn handtekening zet en inmiddels kwijlend naar de dollars staar, blijkt hij nog één ding te willen weten: waar we verblijven in Ürümqi. Na ook dat te hebben ingevuld krijg ik de dollars aangereikt. Anderhalf uur later en een ervaring rijker wandelen Faya en ik, met 200 dollar en een lege telefoon naar buiten.

Als we een dag later China verlaten worden al onze tassen twee keer binnenstebuiten gekeerd. Onze telefoons worden met een apparaat gescand en mijn laptop wordt aan een nader onderzoek onderworpen. Op verzoek de video’s te laten zien die op de laptop staan, toon ik Faya als 7-jarige met pony Flitzy in een behendigheidsparcours. Ik geloof niet dat dat als bedreigend wordt ervaren voor de Volksrepubliek China. Zonder verdere plichtplegingen mogen we het land verlaten. Fiventure files closed!

I’M ALMOST DROOLING, LOOKING AT THE DOLLARS IN FRONT OF ME
Sorry, I can't help it but I have to talk about China one more time. After this blog it's over. From our Western perspective, where freedom, autonomy and privacy protection are are important topics, Chinese society is a horror. Anyone who knows me a little better knows that I am allergic to authority, especially when people think they derive authority from his or her function instead of arguments: the parking guard who says there is no space while you see a place behind him , the official who refuses a permit because of a signature, an agent who fines you because you are unloading your car on the sidewalk in front of your house. I hate it.


In Beijing, Faya and I are on the first day of discovery to find out how the metro works and where we can do our shopping. The underground appears to be relatively simple. When you pass the security check, the entire city is within an hour of traveling. Like many of the 22 million Chinese who live in the capital, we find our way effortlessly. If we later with the five of us want to visit the Forbidden City, the former palace of the Chinese emperors, we get off at Tiananmen East station. Once there, we are led through gates in the direction of the security check. ‘Passport!’ Is barked. Of course we do not have this with us for a museum visit. So off we go. Our attempt to walk a bit runs aground at the metro station. The route is in fact mandatory. For a moment I consider climbing over the fence, but begging children's voices (and the uniformed guards everywhere) keep me from doing that. Back in the subway station we decide to visit the Square of Heavenly Peace, known for the student riots and the ‘tankman’ in 1989. Here too we are pushed forward as cattle towards ... again a passport control. No Forbidden City and no Square of Heavenly Peace for us that first day.


In the meantime, the steam is coming out of my ears, something that will not really go away fort he next two weeks. There are security checks everywhere, in hotels, shops, stations and on the street. You have to show your passport countless times, there are people everywhere in uniform who determine what you can and cannot do at what time: at the start of the escalator, in line at the station, on the street, at museums, in the train and in the parking lot. If someone asks you something, it often comes in the form of an order, even if it is the staff member at the reception of the hotel where we are guests.

In the far west of China, the city of Urumqi, I commit my own little act of resistance. When we come out of the train, we are picked from the thousands of travelers at the station, which has the same proportions as the departure hall at Schiphol. Whether we just want to pay for the overweight of our bags. Nobody told us anything about a maximum weight in advance, nobody weighed anything. And when reference is made to the back of our train ticket, I see three hundred Chinese characters with the number 20 somewhere in the middle. I refuse pertinently. Just at the point that I am about to move, Comrade Chief, the only one who speaks English of the 10 uniformed people who are involved in the incident. He takes back the fine, which has been set down in writing already, and warns us about the next trip: 20 kilo max! We can leave without paying.

In Ürümqi, the state of emergency seems to have been declared: police everywhere, checks everywhere. Upon departure, our bags are scanned twice and our passports checked three times. In the afternoon I try to exchange Kazakh money at the bank. First, Faya and I sit at the local Agricultural Bank for 20 minutes, after which we are referred to the Bank of China. Here too we are 20 minutes before someone tells us that we can only get dollars. Great, we do that. The employee behind the counter accepts my pile of Chinese Yens, but appears to be particularly interested in my passport. After browsing for 20 minutes and calling on the help of a colleague three times, an English-speaking colleague asks what nationality we have. After another 10 minutes of browsing, the same colleague asks me what my first name is. I can then put my full name under 5 forms. In the meantime, I wonder what he sees on his screen. Do they know that we started in Beijing and moved through Xi'an, Xiahe and Dunhuang towards his bank branch? Does he look at the other stamps in my passport? Another 10 minutes later, I am asked where I was born. When I answer Delft, I am asked at which address (!). When I don't know, he asks which building or unit. With astonishment I stammer: ‘in the hospital’. For a moment I think I am in the Chinese version of the Secret Camera, but an Asian version of Ralph Inbar remains out of sight. My answer again leads to three signable forms, all of which end up in a pile on the glass-screened counter. Meanwhile, Faya plays games on her phone and warns me that her battery is worryingly empty.

Good news is that the desired 200 dollars, although behind glass, are now in sight. With her fingerprint, the manager has already given her approval 5 times in different parts of the process. When I doubt myself 20 minutes later whether it might be better to leave without dollars, a new form comes through the hole in the counter. Where are we going and when? In other words, why do I need dollars. When I again put my signature and now stare at the dollars, he appears to want to know one more thing: where we are staying in Urumqi. After also having completed that in the last form, I receive the dollars. An hour and a half later and an experience richer, Faya and I walk outside with 200 dollars and an empty telephone battery.

When we leave China a day later, all our bags are turned inside out twice. Our telephones are scanned with a device and my laptop is subjected to further investigation. Upon request to show the video’s that are on it, I show Faya as a 7-year-old with pony Flitzy in an agility course. I do not believe that this is perceived as threatening to the People's Republic of China. We can leave the country without further obligations. Fiventure files closed.

Foto’s

11 Reacties

  1. Mariska:
    18 juni 2019
    Goh... best bijzonder. Ben je een jaar weg, leer je nog niets... ❤️
  2. An:
    18 juni 2019
    Dank wederom voor verslag Chris. Ja, het is heel angstaanjagend aan het worden in China. Doordat ik al ruim 20 jaar het ICT, International Campaign for Tibet, steun krijg ik veel informatie over hoe China omgaat met mensen. Eerst de Tibetanen die al in de gevangenis gegooid en gemarteld worden als ze een fotootje van de Dalai Lama bij zich hebben of op straat een lied zingen, nu ook de Oeigoeren (moslims) die massaal in heropvoedingskampen (lees concentratiekampen) worden opgesloten, gedwongen worden varkensvlees te eten, mishandeld worden en wegkwijnen. Ik zou zeggen dat wij internationaal een vuist moeten maken tegen dit dictatoriale land! Niets meer kopen uit China wordt nog een uitdaging ;-) Sterkte met alles en veel plezier in jullie volgende land.
  3. Bonnie:
    18 juni 2019
    Hahaha!! Echt wat voor jou!! 😂
    Ik zie het helemaal voor me, de frustratie over de logica die ontbreekt en de ernstige aantasting van jouw autonomie. Best wel hilarisch 😬😆.
  4. Pam:
    18 juni 2019
    Sorry Chris, maar was het niet bij je opgekomen dat Paulien deze chinanese hindernissen veul beter had genomen? 😂😂😂😂
    Ik zou net als jij, gek zijn geworden!
    Allergisch voor protocol!
    Mooi verslag weer x voor allen
  5. Vince, Faya, Loïs, Paulien & Chris:
    4 juli 2019
    Hi Pam, natuurlijk weet ik dat Paulien dat veel beter kan. Net als al die andere organisatorische dingen. Maar ja, soms kom je er niet onderuit. Beterschap voor Paul!
  6. Vera schopman:
    18 juni 2019
    Dat het tegenwoordig zóóó erg is.......wist ik niet......
    Ik hoef daar ook echt niet meer naar toe!
    Je verhaal is wél weer heel goed geschreven Chris!!! .....en we leren ervan!
  7. Minouck:
    19 juni 2019
    Ik heb echt dubbel gelegen, Chris! Wat schrijf je geestig en wat een moeizaam land is China... ik zou er voor geen goud heen willen. Het doet me denken aan mijn eerste baan, toen ik een visum voor mijn baas moest ophalen bij de Russische Ambassade en ik van het kastje naar de muur werd gestuurd. Zonder mobiele telefoon moest ik bellen met een telefoon aan de muur waar alleen kwartjes in konden en die je er continu in moest blijven gooien, wilde je met de persoon aan de andere kant van de lijn in gesprek kunnen blijven. Nerve wrecking!

    Wel bijzonder om te hebben meegemaakt, zeker voor jullie kinderen. Een zeer leerzame ervaring, lijkt me.

    Ik kijk nu al uit naar je volgende blog!
  8. Vince, Faya, Loïs, Paulien & Chris:
    4 juli 2019
    Dankjewel Minouck! Die bureaucratie vind je overal terug, in NL kunnen ze er ook wat van. Dat bellen met die kwartjestelefoon zijn we overigens nergens meer tegengekomen. Alleen in Engeland vonden we nog een authentieke telefooncel vandaag 😉 Konden ons overigens niet voorstellen dat die nog wordt gebruikt.
  9. Rianne van der Heijden:
    19 juni 2019
    Weer een prachtig boeiend verhaal geschreven! Top! Het verhaal in fysieke vorm zal wel vermoeiend zijn geweest, zucht....
    Genietend van jullie verhalen, wordt ik al wars van het idee dat jullie rondreis bijna rond is, terug in Nederland waardoor we deze verhalen gaan missen.... edoch in Nederland schrijven kan ook ;)
  10. Vince, Faya, Loïs, Paulien & Chris:
    4 juli 2019
    Hi Rianne, dank voor al je leuke en enthousiaste reacties op onze blogs. Die gaan wij ook missen als we weer thuis zijn 😊 We hebben net de reply-button gevonden op de website, vandaar voor het eerst een reactie. Nooit te oud om te leren. En dat heb ik dan weer van jou geleerd 👍🏻
  11. Yvonne Zeldenrust:
    19 juni 2019
    Prachtig geschreven weer. Wat erg die enorme bureaucratie. Geniet er nog van!